Subtekst#H – Herfstvakantie

Een man en een vrouw plannen een last minute steden- en/of wandeltrip.

Man:     Brussel?

Vrouw:  Mwah.

Man:     Kun je goed eten, hoor.

Vrouw:  Ik wil wandelen.

Man:     Eifel?

Vrouw:  Dat hebben we nu al zo vaak gedaan. Ik wil ook een beetje zon.

Man:     Portugal?

Vrouw:  Prima.

Man:     Vliegen?

Vrouw:  Vind ik eigenlijk niet meer kunnen.

Man:     Met de trein?

Vrouw:  Kan dat? Nee, we gaan met de auto.

Man:     Naar Portugal? Dat is heel ver. En de benzine is wel heel duur.

Vrouw:  (Verbaasd) Sorry, wat zei je?

Man:     Dat de benzine duur is.

Vrouw:  Sinds wanneer speelt dat een rol in je reisplannen?

Man:     Je betaalt zo een of twee tientjes meer per tank.

Vrouw: In Nederland! Vanaf België is het weer goedkoop.

Man:     Kunnen we niet een fossiele-brandstofluwe vakantie? Naar Zürich? Met de autoslaaptrein?

Vrouw:  Bestaat dat nog?

Man:     Dat komt allemaal weer terug. Dankzij de klimaatcrisis. Eigenlijk geweldig die opwarming van de aarde.

Vrouw:  Het is wel erg duur daar.

Man:     Wat zeg je nou?

Vrouw:  Dat je failliet gaat in de Zwitserse supermarkt.

Man:     Ik mocht niet klagen over de benzineprijs en nu klaag jij over de Zwitserse supermarkt!

Vrouw:  Ik lees overal dat er inflatie is. Gas is duur, vlees is duur.

Man:     We kunnen toch een vegetarische vakantie doen? En we huren een huisje met een houtkachel.

Vrouw:  Dat is nou slecht voor het milieu.

Man:     Dan compenseren we de kacheluitstoot door met de autoslaaptrein te gaan, maar zonder de auto.

Vrouw:  Ik weet het niet. Wat dacht je van Luxemburg? Dat is ook een soort Zwitserland.

Man:     Maar dan met goedkope benzine.

Vrouw:  Met de trein naar Luxemburg bedoel ik. Zou je daar kunnen wandelen?

Man:     Vast wel. (Pauze) We kunnen er zelfs heen wandelen.

Geen reactie

Man:     Dat lost al onze problemen op. Goedkoop, top voor het klimaat en we kennen het niet.

Vrouw:  Is het ver lopen?

Man:     Ik denk, twee keer zo ver als Brussel. We kunnen eerst naar Brussel wandelen. En dan wandelen we door.

Vrouw:  Ik vind het eigenlijk helemaal niet zo’n gek idee. We hebben allebei goeie schoenen. Dit is gezond, goedkoop en CO2 neutraal.

Man:     Als we het doen, vind ik wel dat we bij aankomst een biefstuk mogen eten.

Vrouw:  Gebraden op een houtkachel.

Man:     Ja, dat kan dan ook wel, CO2-technisch gezien.

De man zoekt op zijn telefoon op hoe ver het lopen is.

Man:     Drie dagen en negentwintig minuten.

Vrouw:  Dat is te doen.

Man:     We hebben zeven dagen vakantie. Dus als we aankomen moeten we meteen terug.

Vrouw:  Laten we dan maar gewoon naar Brussel gaan.

Man:     Wandelend?

Vrouw:  Met de auto.

Einde.