Subtekst#8

Een man en een vrouw in een auto, de man rijdt.

Man:     (Wijst met zijn hoofd een auto aan) Daar. Kijk dan.

Vrouw:  Wat?

Man:     Zit te appen. (Pauze) Zie je dat niet?

Vrouw:  Nee.

Man:     Daar moet je op letten.

Vrouw:  Hoezo?

Man:     Het is gevaarlijk.

Vrouw:  Ik let op andere dingen, het verkeer bijvoorbeeld.

Man:     Ik ook.

Vrouw:  Je moet iets meer afstand houden, van die vrachtwagen.

De man haalt in, ze rijden langs de vrachtwagen die slingert.

Man:     En?

Vrouw:  En wat?

Man:     Zat ie op z’n telefoon?

Vrouw:  Ik heb niet gekeken.

Man:     Dat moet je dus wèl doen.

Vrouw:  Concentreer je op de weg.

Man:     Godsamme. Ik zou wel eens gesteund willen worden in deze kwestie.

De vrouw antwoordt niet. Stilte

Man:     Ze denken allemaal dat het geen kwaad kan want iedereen doet het en (kijkt in spiegel)…ja hoor, jezus die komt even lekker aanrijden, zo meteen op links, let op…idiOOT. Wat een imbeciel. Dat was 160 km, minstens. Zag je het?

Vrouw:  Natuurlijk zag ik het. Die turquoise Fiat Panda. Heel erg.

Man:     Lelijke kleur ook.

Stilte

Vrouw:  Zat ie te appen?

Man:     Ja, hallo…dat kon ik niet zien.

Stilte

Vrouw:  Dus je let er niet altijd op?

Man:     Waarom zeg je dat nou?

Vrouw:  Het is gewoon een observatie.

Man:     Je moet mij niet gaan observeren.

Vrouw:  Observeer jij nou maar het verkeer. Kijk daar, een bord met ‘Rij Mono’

Man:     Dat doe ik. Altijd. Ook op de fiets.

Vrouw:  Aan jou zal het niet liggen.

Man:     Precies. Ik loop ook mono. Mensen lopen vaak append tegen je op, verschrikkelijk.

Stilte. De vrouw pakt haar telefoon en begint te appen. De man wil er wat van zeggen, maar houdt zijn mond.

Man:     Ik vraag me ook af wat ze te appen hebben op de snelweg.

Vrouw:  (Afwezig) Iets belangrijks.

Man:     Ik denk het juist niet. Weet je wat ze appen?

Vrouw:  (Afwezig) Zeg het maar lieverd.

Man:     ‘Zit op snelweg, kan even niet appen.’

Vrouw:  Dus toch iets belangrijks.

Eind