Subtekst #7
Supermarkt,
Dinsdag 14.44 uur
Man en vrouw lopen uit de supermarkt. De man groet de daklozenkrantverkoper maar koopt geen krantje. Ze lopen naar de auto.
Man: Ze zeggen dat een praatje belangrijker is dan het krantje kopen.
Vrouw: Dat lijkt me niet.
Man: Dat heb ik een keer gelezen.
Vrouw: Waar dan?
Man: In de daklozenkrant.
Vrouw: Vreemd. Je zou denken dat er stond: een praatje is belangrijk, maar de krant kopen is belangrijker.
Man: Nee, dat stond er niet.
Vrouw: Ik koop ‘m af en toe.
Man: Heel goed.
Vrouw: En jij?
Man: Sinds ik dat gelezen heb maak ik een praatje.
Vrouw: Daar zullen ze dan blij mee zijn.
Man: Aankijken en groeten, ook heel belangrijk. Dat je ze ziet staan, als mens.
Aangekomen bij de auto laden ze de tassen in. Ze stappen in en rijden weg.
Vrouw: (Ze kijkt uit raam) Daar staat hij. Wil je hem nog even groeten?
De man zwaait van achter het stuur naar de daklozenkrantverkoper. Hij zwaait terug en knikt beleefd.
Man: Zie je? Zijn dag is weer goed. En die van mij ook.
Vrouw: Ja. Toch vind ik dat we een krantje moeten kopen.
Man: Dat hoeft dus juist niet.
Vrouw: Stop even. Ik wil het wèl.
De man stopt. De vrouw stapt uit en loopt op de daklozenkrantverkoper af. Ze praten even. Dan loopt de vrouw terug.
Man: En, gelukt?
Vrouw: Nee, hij was er doorheen.
Man: O.
Vrouw: Wel een praatje gemaakt.
Man: Heb je hem iets gegeven?
Vrouw: Nee.
Ze rijden het parkeerterrein af. Stilte in de auto.
Man: Ik geef wel altijd iets, ook als hij er doorheen is.
Vrouw: Het ging toch om het praatje?!
Man: Niet als je de intentie had om een krantje te kopen.
Eind
Meer lezen? Klik hieronder!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!