Subtekst#6

Man en vrouw zitten aan een tafeltje te eten.

Man:     Kijk, die man daar.

Hij draait zijn hoofd in de richting van het tafeltje. De vrouw kijkt, ziet niets, blijft kijken.

Man:     Aan dat tafeltje waar ik nu naar kijk.

Vrouw:  Wat is er dan?

Man:     Hij zit al te eten terwijl zijn vrouw nog aan het afrekenen is.

Vrouw:  Hoe weet je dat ze bij elkaar horen?

Man:     Omdat ze achter onze auto staan beneden.

Vrouw:  Hij heeft honger. Of haast.

Man:     Zo meteen is hij klaar als zij nog moet beginnen.

Vrouw:  Misschien heeft zijn vrouw wel gezegd dat hij moet beginnen, omdat het anders koud wordt.

Man:     Dan nog.

De man kijkt weer naar het tafeltje.

Man:     Ze komt er ook aan. En hij is bijna klaar. Gezellig zo samen naar Texel.

Vrouw:  Wat maakt het uit? Jij vindt koude friet ook niet lekker.

Man:     Nee, maar als ik op jou moet wachten laat ik mijn friet koud worden.

Vrouw:  Dat is heel lief van je.

Man:     Ik hoop dat je dat ook voor mij zou doen.

Vrouw:  Dat ligt eraan.

Man:     Aan wat?

Vrouw:  Hoe lang het duurt.

Man:     Dat ligt er helemaal niet aan. Samen uit, samen thuis. Je begint tegelijkertijd met eten.

Stilte, ze eten.

Man:     Als iemand te snel eet is dat ook vervelend. Je moet het eettempo aan elkaar aanpassen.

Vrouw:  Eettempo? En als het aan jou ligt mag ik ook niet eerst mijn biefstuk, dan mijn groente en dan mijn frietjes eten.

Man:     Ik vind het altijd wat hebberig als je meteen dat biefstukje wegwerkt.

Vrouw:  Wegwerkt? Als ik eet zijn het toch geen wegwerkzaamheden?

Man:     Je hebt vaak haast bij het eten.

Vrouw:  Als het lekker is. En warm. Dan wil ik het snel…

Man:     …naar binnen werken. Zoals die man.

Vrouw:  Naar binnen werken? We zitten op een veerboot! Niet in één of ander sterrenrestaurant.

Man:     Te snel eten is niet goed voor je.

Er wordt omgeroepen dat mensen weer naar het benedendek moeten gaan omdat de boot zo aan zal komen in de haven van Texel. De man en vrouw luisteren. Mensen beginnen naar de trappen te lopen.

Vrouw:  Te vroeg beginnen met eten, te snel eten, in de verkeerde volgorde eten. Jij neemt altijd veel te grote happen. En je kauwt te weinig. En bij de eerste keer kauwen smak je. Pas als je voor de tweede keer kauwt doe je mond dicht. Daar zeg ik ook nooit iets van.

Man:     Nu wel.

Vrouw:  Nu wel, ja.

Stilte. De man is klaar. Hij kijkt eerst wat onrustig om zich heen, dan weer naar de vrouw. Hij kijkt naar haar bord.

Vrouw:  Wat kijk je me raar aan? Heb je nog meer kritiek?

Man:     Nee.

Vrouw:  Mooi.

Man:     Maar eet even door want we moeten naar beneden.

Einde