Subtekst#29

Een man komt thuis met een gigantisch pakket.

Vrouw:  Wat is dat nou weer?

Man:     Onze vakantie.

Vrouw:  Hè?

Man:     We zouden toch naar Spanje gaan eind januari?

Vrouw: Zet dat maar uit je hoofd.

Man:     Dus ik dacht: vakantie aan huis! Thuisvakantie! Holiday a la casa…

Vrouw:  Ja, ja. Laat maar zien dan.

De man pakt het pakket uit. Er komt een grote Jamón Ibérico tevoorschijn, inclusief een houder en een speciaal mes

Vrouw:  Zet maar in de schuur.

Man:     Nee, ik zet ‘m op tafel. Kunnen we elke dag wat plakjes snijden.

Vrouw:  Ik vind het er erg onsmakelijk uitzien, zo’n poot.

Man:     In Spanje vind je dat altijd zo bijzonder.

Vrouw:  Ja. Maar thuis niet.

Man:     Misschien helpt dit.

Uit een tas haalt hij een paar flessen Spaanse wijn.

Vrouw:  We gingen toch Dry January doen?

Man:     Ja. Maar niet tijdens de vakantie.

Vrouw:  Het is geen vakantie. We zitten thuis.

Man:     We doen alsof het vakantie is. Buiten is het koud, binnen nippen we aan de Rioja met zo’n lekker Parmahammetje.

Vrouw:  Het was toch Spaanse ham?

Man:     Je begrijpt wat ik bedoel.

Vrouw:  Dus als we vanavond spaghetti eten dan hebben we Italiaanse vakantie?

Man:     Waarom niet? Die Italiaanse traiteur is gewoon open. Wil je liever naar Toscane deze maand?

Vrouw:  Ik wil nergens heen, we kunnen ook nergens heen. Ik wil stamppot andijvie met worst.

Man:     Vakantie in eigen land dus.

Vrouw:  We hebben geen vakantie!

Man:     Ligt het aan de bestemming? We kunnen ook met Franse vakantie. Heb je zin in Camembert? Februari Franse maand? Brasserie aan huis! Thuisbistro! Restaurant à la maison!

Vrouw:  Zodra het kan gaan we met vakantie, maar…

Man:     …heb je liever een Thaise maand? Of een Zuid-Amerikaanse? We hebben nog twee pakken Quinoa staan. Misschien in maart? Indonesië kan ook. Haal ik elke dag rijsttafel. Dat wordt dan wel april.

Stilte. De man installeert de ham op tafel. Inspecteert het mes.

Vrouw:  Geef maar zo’n stukje ham.

Stilte. Opperste concentratie. De man begint met snijden. De man is stil. De man begint te zweten. Hij doet alsof hij dit al vaker heeft gedaan. Hij zwijgt. Hij vloekt af en toe. Subtiel trancheren verandert in agressief hakken.

Man:     Hier.

De man overhandigt een homp vlees aan de vrouw.

Vrouw:  Je hebt jezelf gesneden.

Man:     Dat hoort erbij.

Vrouw:  (Proeft) Ik zou ietsje dunner snijden.

Man:     (Proeft) Vind ik niet. In Toledo kregen we ook een keer hele dikke plakken.

Vrouw:  Omdat we toeristen waren! Dat was een enorme tourist trap!

Man:     Ik eet dat ding zelf wel op.

Vrouw:  Schat, het is erg leuk bedacht, maar hou jezelf niet voor de gek. Weet je wat we doen? Op zondagen halen we croissants en een pain au chocolat.

Man:     Dat lukt voorlopig niet.

Vrouw:  De bakkers zijn toch open?

Man:     Franse maand is in februari.

Einde